Kracht en kwetsbaarheid Noord Veluwe

Randmeerkust aantrekkelijk voor recreatie. Lage delen op veenbodem bodemdalingsgevoelig. Nutriëntenuitstoot door de landbouw. Hoge ecologische waarden Hierdense Beekdal. Aantrekkelijke (Hanze)steden. Hoge delen droogtegevoeligheid.

Hoogteverschil

Het landschap van de Noord-Veluwe kent een sterk hoogteverschil tussen de hoge zandgronden, het kleinschalig singellandschap op de flanken en de open landbouwgebieden langs de Veluwerandmeren. Harderwijk, Hattem en Elburg zijn de kenmerkende en aantrekkelijke Hanzesteden. De andere, grotere kernen op de Veluweflanken zijn Putten, Ermelo, Nunspeet, ‘t Harde en Wezep.

Beken

Diverse beken en ontwateringssloten in de randzone worden gevoed met kwelwater uit de Veluwe en stromen af naar de randmeren. De Hierdense Beek is hierop een uitzondering en onafhankelijk van het grote Veluwesysteem. Deze beek is hier de grootste beek en ontspringt bij het Uddeler- en Bleekemeer in de landbouwenclave Uddel. De Hierdense Beek ontvangt een mix van ondiepe kwel en regenwater vanuit enkele tientallen zijbeekjes in het stroomgebied en voert dit af naar het Veluwemeer, net als de vele ontwateringssloten langs de Veluwe. In het bos tussen enclave en randmeerkust worden piekafvoeren geborgen en kan veel water weer infiltreren in het Veluwe systeem.

Droogte en bodemdaling

Hogere delen van de randzone zijn droogtegevoelig. Door aanwezigheid van ondiepe kleilagen in de ondergrond is er zowel sprake van wateroverlast als droogte. Het Natura 2000-gebied de Veluwe is daarnaast kwetsbaar voor de nutriëntenuitstoot van de landbouw. Na de inpoldering van Flevoland is dit gebied droger geworden doordat nog meer kwelwater onder de randmeren door naar de diepgelegen Flevopolder stroomt. In de noordoosthoek ligt een veengebied (met name Polder Oosterwolde) dat gevoelig is voor bodemdaling.

Terug naar boven