Kringlooplandschappen op levende bodems

Een levende bodem, rijk aan organismen,  is cruciaal voor omgevingskwaliteit en een hoge biodiversiteit. We streven naar kringlooplandschappen waarin we duurzaam omgaan met de bodem en niet afhankelijk zijn van de aanvoer van kunstmest en bestrijdingsmiddelen. Dit vraagt om circulair landgebruik naar draagkracht van het bodem- en watersysteem. Omdat het waterschap geen eigenaar is  van de bodem, maar gebruiker, willen we samen  met grondeigenaren, zoals agrariërs en gemeenten,  kijken hoe we de bodem vitaal kunnen houden en duurzaam kunnen inrichten en gebruiken, waarbij we rekening houden met elkaars belangen.

Vergroten van bodemleven en sponswerking bodem door hoger organisch stofgehalte

Lokale samenwerkingsverbanden voor benutten van reststromen (maaisel, bagger)

Kleinschalig aantrekkelijk landschap met hoge biodiversiteit

Inzetten op nieuwe teelten die passen bij het natuurlijke systeem

Lokale zelfsturing om water in haarvaten vast te houden

Maatschappelijke baten voor opslaan CO2 in de bodem

Circulair

Door de landbouw duurzamer en circulairder te maken, zoals kringlooplandbouw beoogt, komt er ook meer ruimte voor andere doelen, zoals natuur. De emissies van nitraat en fosfaat uit de landbouw moeten flink worden teruggebracht. Hierin is het duurzaam gebruik van de bodem essentieel; duurzaam bodemgebruik zorgt voor vermindering van uit- en afspoeling van meststoffen naar grond- en oppervlaktewater.
Slimmer omgaan met kringlopen geldt voor alle landschappen. Hoe gebruiken we onze grondstoffen om het landschap op een duurzame manier te beheren. Door bijvoorbeeld organische stof uit maaisel of reststromen niet af te voeren, maar terug te brengen in de bodem, krijgt het bodemleven een impuls en kan de sponswerking en capaciteit om CO2 vast te leggen, worden vergroot. Het watersysteem wordt afgesteld op bodemkundige verschillen, in nauwe samenspraak met de gebruikers.

Levende bodems

De bodem maakt deel uit van het integraal watersysteem en verbindt het werk van boeren en het waterschap. Dat blijkt vooral bij wateroverlast en langere periodes van droogte. Een fitte bodem vangt de regen goed op en houdt het water vast voor droge periodes. Ook zorgt een bodem in goede conditie voor minder uitspoeling van meststoffen in het oppervlaktewater en grondwater. En het draagt bij aan een goede bodemvruchtbaarheid, wat goed is voor de groei van gewassen.
Een hoger gehalte organisch stof in de bodem draagt aan bij aan een levende bodem. Er is een hele serie maatregelen mogelijk om het organisch stofgehalte op peil te houden of te verhogen. Als waterschap willen we hieraan actief bijdragen, bijvoorbeeld door het benutten van maaisel om de structuur van de bodem te verbeteren. Deze opslag van koolstof in de bodem kan de boeren in de toekomst mogelijk geld opleveren als onderdeel van het klimaatbeleid (CO2 credits).

Daarnaast heeft de agrarische sector verschillende mest- en afvalstromen die slimmer kunnen worden benut. Zo kan de veehouderij bijvoorbeeld veevoer uit meer rest- en bijproducten uit de voedselindustrie halen. Daarnaast kan doormiddel van ecologisch slootbeheer en door het maaisel van dijk- en watergangen toe te voegen aan bodems een nieuwe samenwerking tussen het waterschap en de boeren ontstaan.


Terug naar boven